Regeringscommissaris: verdere professionalisering meldpunt Mores is nodig
De recente ontwikkelingen rond Mores – het meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- , creatieve en mediasector – in combinatie met de groei in meldingen vraagt om een nieuwe organisatiestructuur en verdere professionalisering van het meldpunt. Dat schrijft Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld Mariëtte Hamer in een advies aan staatssecretaris Uslu voor Cultuur en Media. Hamer erkent dat de zorgen uit de sector over belangenverstrengeling ervoor kunnen zorgen dat mensen zich niet melden. Om dit te voorkomen raadt zij aan een nieuw bestuur te formeren met mensen die niet uit de cultuur-, creatieve en en mediasector komen, maar die deskundig zijn op het gebied van bestuur en organisatie, en verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag.
Het was de afgelopen maanden onrustig rondom het meldpunt omdat eerst de voorzitter en daarna de rest van het bestuur opstapte. Dit gebeurde nadat bekend werd dat (sommige) medewerkers rondom NOS Sport hadden aangegeven dat zij zich niet zouden durven melden bij Mores. Daarop vroeg staatssecretaris Uslu voor Cultuur en Media aan de Regeringscommissaris te adviseren over hoe Mores op korte termijn als veilig meldpunt voor de gehele sector kan functioneren en hoe dit ook in de toekomst verzekerd kan worden. Hamer geeft in het advies aan dat zij het bijzonder betreurt dat mensen in de afgelopen periode mogelijk geen melding hebben durven te maken. “Ik hoop dat Mores op korte termijn voor alle toekomstige melders een goed bereikbare en veilige plek zal zijn.”
Bestuur van Mores
Hamer: “De banden van bestuursleden met de sector zijn logisch gezien de oorsprong van het meldpunt: als reactie op #Metoo is Mores.online opgericht door de sector zelf. Maar nu blijkt de vertegenwoordiging van de sector in het bestuur ook in het nadeel van het meldpunt te werken.” Omdat kennis vanuit de sector wel van belang is voor de werkzaamheden van het Meldpunt adviseert Hamer om die in te brengen door een Raad van Advies aan te stellen met betrokkenen vanuit verschillende sectoren die bij Mores zijn aangesloten. De verdere professionalisering en toename van de werkzaamheden van Mores vragen volgens Hamer bovendien op den duur om een directeur die een werkorganisatie aanstuurt, maar daar moeten dan wel de financiële middelen voor beschikbaar zijn.
Onafhankelijke vertrouwenspersonen
Hamer geeft aan dat de organisaties die zij heeft gesproken vertrouwen hebben in de individuele vertrouwenspersonen die de meldingen behandelen. Wel stelt Hamer vast dat Mores onvoldoende naar buiten toe duidelijk heeft gemaakt dat het bestuur niet in aanraking komt met de meldingen, maar dat deze worden behandeld door onafhankelijke en deskundige vertrouwenspersonen, die als freelancers zijn verbonden aan de organisatie De Vertrouwenspersoon. Hamer adviseert dan ook om dit duidelijker te communiceren. Daarnaast beveelt Hamer aan te werken aan de bereikbaarheid van het meldpunt en beter toe te zien op de deskundigheid en aansturing van de partijen die het vertrouwenswerk uitvoeren.
Financiering en logo
Het aantal meldingen dat Mores ontving is in de afgelopen jaren ongeveer verachtvoudigd van 43 in 2018 naar 365 in 2022. De grote media-aandacht voor (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en de prominente rol van de voormalig voorzitter van Mores hierin heeft er ook voor gezorgd dat steeds meer organisaties zich aansluiten bij Mores. Hamer adviseert nu om te onderzoeken of de werkzaamheden bestendiger gefinancierd kunnen worden. Zij ziet dit als een verantwoordelijkheid van de sector, gesteund door de overheid. Ook adviseert Hamer te kiezen voor een ander logo, aangezien het huidige logo gelijkenissen vertoont met dat van de NOS.
Klachtenprocedures uniformeren
Voor alle organisaties die zijn aangesloten bij Mores geldt dat zij zelf primair verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van beleid om (seksueel) grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en om te zorgen dat mensen die grensoverschrijdend gedrag meemaken ergens terecht kunnen binnen de organisatie. Mores is als extern meldpunt dus een extra ondersteuning aan medewerkers uit de sector. De vertrouwenspersonen van Mores adviseren melders en staan ze bij wanneer zij bij hun eigen organisatie een klacht willen indienen. In de praktijk blijkt echter dat dit niet altijd even makkelijk is, omdat de klachtenprocedures overal anders zijn – als ze er überhaupt al zijn. Hamer wil dat binnen de cultuur-, creatieve en mediasector wordt samengewerkt aan een meer uniforme klachtenprocedure, zodat adviezen van de vertrouwenspersonen van Mores en beleid en processen van de aangesloten organisaties beter aansluiten.
Lange termijn
Naast het werken aan een uniforme klachtenprocedure die binnen de hele sector geldt, adviseert Hamer ook, in navolging van de Raad voor Cultuur, om te onderzoeken of Mores moet worden ondergebracht bij een expertisecentrum voor de cultuur-, creatieve en mediasector op het gebied van grensoverschrijdend gedrag. Ook wil Hamer dat wordt nagedacht over samenwerking met andere meldpunten, zoals in de sport, om van elkaar te leren en elkaars werk te kunnen versterken en in de toekomst wellicht samen te werken.